overdenkingen van onze voorganger
Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; (Psalm 55:23a)
Het zijn zware en dure tijden.
Dat ondervinden we allemaal.
U maakt zich vast ook zorgen over hoe het allemaal moet.
De prijzen blijven maar stijgen.
In de winkel, bij de pomp en als de energierekening betaald moet worden.
Hoe moet het, als dit zo doorgaat?
Hoe kan ik mijn gezin onderhouden?
Waar moet ik het vandaan plukken?
Kan de overheid me helpen?
Kunnen anderen om mij heen me helpen?
Kan ik zelf nog wat doen?
Het maakt ons bezorgd. Het verlamt ons.
Het maakt bang voor de toekomst.
David in Psalm 55 heeft ook zijn zorgen.
Hij is ook bang voor de toekomst. Bang voor de vijand die angst aanjaagt (v4).
Zo’n vijand is er nu ook. Poetin die z’n dreigende taal de wereld in slingert.
Waar eindigt dit? Is er nog toekomst voor ons, onze kinderen, kleinkinderen?
Nu geeft David ons advies.
Werp uw zorg op de HEERE.
Waarom ‘werpen’?
Dat is krachtiger dan: vertel het aan de HEERE.
Dat is ingrijpender dan: geef het aan de HEERE.
Pak bijvoorbeeld maar eens een bal.
Die kun je neerleggen.
Die kun je aan iemand geven.
Die kun je vasthouden.
Maar wat nu als je die werpt?
Dan gooi je die van je af.
Dan moet je die abrupt loslaten en in een bepaalde richting sturen.
En hoe harder je gooit, des te verder gaat die bal van je vandaan.
Doe dat nu met al je zorgen, je lasten, je bekommernis.
Laat het abrupt los. Meteen.
En zorg dat ze zover mogelijk van je vandaan komen.
Door ze naar Hem te werpen.
Want – Hij zal u onderhouden.
Het is niet de vraag of de HEERE wel onze zorgen wíl opvangen.
Ook niet of Hij ze wel op kán vangen.
Nee, de vraag is – geloven wij, dat Hij het zál doen?
Is er reden om daaraan te twijfelen?
Dat de overheid ons helpt, of één of andere instantie… ik kan er niet op vertrouwen.
Maar dat de HEERE helpt… daar durf ik niet aan te twijfelen.
Heeft Hij ooit iemand in nood de deur gewezen?
En zou deze Vader Zijn kinderen aan hun lot overlaten?
Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt.
Hij zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom (alles staat immers tot Zijn beschikking) voorzien van alles wat u nodig hebt.
Immers, hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken.
Wat een rijke belofte!
Ons levensonderhoud is in Hem gegarandeerd.
Bij de overheid kun je nog denken – ze zien me niet eens. Ze weten het niet.
Maar… Ú ziet het wél, want U aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geeft. Of… werpt.
Zijn machtig’ arm beschermt de vromen
En redt hun zielen van de dood.
Hij zal hen nimmer om doen komen
In duren tijd en hongersnood.